naaimachine is nieuwe iPod
- Artikel
De naaimachine is niet langer een artefact uit een ambachtelijk verleden. In België gaan de dure elektronische stikmachines en overlockers als zoete broodjes over de toonbank. Ondertussen worden vrolijk clubs opgericht. Wie wordt rijk van de naaihype?
‘Of wij een trend voelen? Zeker!’ Aan het woord is Koen Evers, al 14 jaar zaakvoerder van het distributiecentrum van het Amerikaanse naaimachinemerk Singer in België. ‘Onze verkoopcijfers stijgen al enkele jaren gestaag, maar vorig jaar maakten ze plots een sprong van 24 procent.’ Het 61 jaar oude merk verkoopt vandaag in ons land 25.000 machines per jaar en Evers schat dat er van alle merken ongeveer 80.000 over de toonbank gaan. Ter vergelijking: in 1989 waren dat er maar 60.000.
Ook Bernina, het andere icoon in de naaiwereld, schudt het stof van zich af. ‘Onze verkoopcijfers zijn sinds 2005 met 71 procent toegenomen’, zegt Rianne Nota, de marketingverantwoordelijke voor Nederland en België. Dat is opmerkelijk omdat de goedkoopste modellen van het Zwitserse merk al snel 900 euro kosten. ‘Er leeft duidelijk een modetrend in België, waarbij vooral jonge vrouwen samenkomen om te naaien, clubs oprichten en er zelfs over gaan bloggen’, haalt Nota als verklaring aan.
IJverige Wijven
Een snelle blik op het internet leert inderdaad dat naaien, haken en breien trendy zijn. Onder vrolijke namen als Tetterende Tiretten of IJverige Wijven circuleren blogs over handwerk. En sinds het eerste Belgische naaicafé - een internetcafé maar dan met naaimachines - in 2008 zijn deuren opende in Turnhout, volgden enthousiastelingen in enkele steden dat voorbeeld. ‘In Nederland, Frankrijk en Duitsland bestaan die naaicafés al langer, maar de huidige naaitrend is toch het duidelijkst zichtbaar in België’, aldus Nota.
Voor Singer en Bernina is de heropleving opmerkelijk. Die bestaan al sinds de 19de eeuw en aan de elektronische naaimachines is op wat moderniseringen na weinig veranderd. Rond 1999 kwamen beide bedrijven, net als het Duitse merk Pfaff, in de problemen door een dalende vraag naar machines. ‘Jonge vrouwen leren niet meer naaien en textiel is te goedkoop geworden’, klaagden de noodlijdende producenten toen. Zowel Singer als Pfaff vroeg bescherming tegen zijn schuldeisers.
Singer werd in 2004 opgekocht door de Amerikaanse private-equitygroep Kohlberg & Company, die vier jaar later ook Pfaff en het Zweedse Hus-qvarna Viking binnenhaalde. Bernina kon standhouden door zijn distributiepunten te centraliseren. In 2004 kwam er even een heropleving door de lancering van goedkope naaimachines in retailketens. ‘Onze 3.500 machines van 150 euro die we als actie in Carrefour aanboden, waren in een mum van tijd uitverkocht’, herinnert Evers zich.
Singer en Bernina wrijven zich in de handen, want de nieuwe generatie naaisters en naaiers verkiest opnieuw de duurdere modellen. ‘Onze machines van 400 euro verkopen vlot’, aldus een trotse Evers. De meubelgigant IKEA maakte maandag bekend een goedkoop model van 79 euro te lanceren, maar dat schrikt Evers niet af. ‘Ik heb gehoord dat die in Frankrijk en Duitsland helemaal niet goed verkopen.’ Bij IKEA was niemand bereikbaar voor commentaar.
uit De Tijd